Dagblad van het Noorden – 19 april 2016

logo-dvhn
IMG_4469
Rowan (links) en Desiree (rechts) in de rechtbank van Groningen. TEKENING RON GLASBEEK

‘Ik ben geen moordenaar’

ROB ZIJLSTRA

GRONINGEN Het kan niet worden uitgesloten dat Jesse van Wieren (28) levend is begraven. Dit blijkt uit de dagvaarding die het Openbaar Ministerie heeft vrijgegeven.

In de dagvaarding staat dat Van Wieren mogelijk om het leven is gekomen omdat hij was ‘afgesloten van zuurstof’. Het lichaam van Jesse werd op 6 januari gevonden in een tuin achter een woning aan de Hoofdstraat in Kloosterburen. Hij was toen al zes dagen zoek.

Advocaat Japke Boelstra maakt bezwaar tegen het opnemen van dit mogelijke feit in de dagvaarding. Boelstra staat de 27-jarige Desirée G. bij die samen met haar vriend Rhowan P. (26) wordt verdacht van moord dan wel doodslag.

De advocaat vindt het noemen van de mogelijkheid dat de verdachten hun slachtoffer levend hebben begraven suggestief. De exacte toedracht rond de dood van de inwoner van Leens is nog onduidelijk. Onderzoeken lopen nog en worden ook de komende tijd voortgezet. Wel is vastgesteld dat Jesse is geslagen met een ijzeren staaf en met een mes is gestoken.

Een een ander werd gistermiddag bekend tijdens een zogeheten pro forma-zitting in de rechtbank van Groningen. Beide verdachten – die elkaar na de aanhouding niet weer hadden gezien – waren aanwezig. De advocaat van Rhowan P. liet weten dat zijn cliënt zich zal beroepen op noodweer (zelfverdediging). “Het eerste wat hij tegen mij zei was: ‘ik kan wel janken. Ik ben geen moordenaar’.”

De reactie van de officier van justitie: “Ze hebben beide toegegeven handelingen te hebben verricht als gevolg waaraan Jesse is overleden.”

Het proces krijgt over drie maanden een vervolg. De verwachting is dat de inhoudelijke behandeling pas na de zomer plaatsheeft.